Tweelingzwangerschap: "Er is altijd een weg van angst naar vertrouwen."
'Je denkt dat je hier bent omdat er iets mis is, maar ik zie toch echt twee hartjes kloppen.’
Wat?? Huh?? Hoe kan dat nou? Twee?
Een moment van grote verbazing. We kijken van elkaar naar het scherm en naar de verloskundige. Haar lach is enorm. Het is dus geen grapje. Misschien is het zelfs wel geweldig... Ja, dat is het! Twee hartjes, dit is fantastisch!
Op deze zondagmiddag start voor mij het tweelingmoederschap. Ik ben pril zwanger, en een uur eerder dacht ik nog dat er iets goed mis was. Ik mocht meteen komen voor een eerste echo, zodat we duidelijkheid zouden hebben over wat er in mijn buik aan de hand was. Dat daar twee kleine minimensjes rondzwommen, was het allerlaatste wat ik had kunnen vermoeden.
Na wat uitleg over tweelingen (1 of 2 eitjes, 1 of 2 vruchtzakken, dunne of dikke scheidingswand) stuurt de verloskundige ons door naar het ziekenhuis. Blijkbaar zijn we nu een medisch geval. Dit betekent dat een aantal wensen een andere vorm gaan krijgen, en dat het een kunst wordt om met de artsen op één lijn te komen.
Het beeld dat ik voor ogen had, was thuis bevallen, misschien wel in bad? Dat wordt nu het ziekenhuis, die keuze is snel gemaakt. De eerste gesprekken met de gynaecoloog zijn nog algemeen, en we zijn telkens vooral benieuwd of die twee kleintjes het nog goed doen. Ik vind het spannend of ze echt allebei gelijk groeien en ontwikkelen, maar dat blijkt elke keer zo te zijn.
Vol vertrouwen kijk ik uit naar de mijlpalen, die niet iedereen vanzelfsprekend behaalt:
26 weken, levensvatbaar!
32 weken, in m’n eigen ziekenhuis bevallen!
37 weken, ze mogen komen, maar elke dag bij mij groeien ze nog een beetje!

Intussen worden de artsen een beetje bang. Een tweeling moet met 38 weken worden gehaald, en gedurende mijn zwangerschap wijzigt dat protocol naar 37 weken. Recent onderzoek wijst uit dat dat het beste is. Dus als die datum wordt bereikt, is het nodig om een inleiding te plannen. Zo ontstaat er een kloof tussen mijn eigen vertrouwen, en de angst voor risico’s en complicaties bij een tweelingzwangerschap en –bevalling.
Ik kan er niet goed mee uit de voeten. Elke week ben ik dolblij dat ze nog niet te vroeg zijn geboren, en dan zou het straks moeten worden geforceerd? Ik twijfel niet aan de kunde en ervaring van de artsen, en ze denken op alle mogelijke manieren mee. Maar ik wens ook niet te twijfelen aan mijn eigen gevoel, aan de natuur, aan mijn trappelende kinderen.
Na elk gesprek ga ik wankelen. Doe ik onszelf wat aan door te willen afwachten tot de baby’s aangeven wanneer het hun tijd is? Maar ik ben toch een individu, en geen statistiek? Ben ik eigenwijs ten koste van mijn kinderen? Of is het mijn intuïtie die spreekt: ‘leef in vertrouwen, niet in angst’. Natuurlijk begrijp ik dat er van alles mis kan gaan, ik zie tweelingmama’s met heel vervelende complicaties en omstandigheden. Maar vanuit angst wordt mijn verkramping en daarmee het risico nog groter. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?
Daarnaast zijn er veel tweelingmoeders die spontaan of met medische reden te vroeg bevallen, of die zo op hun tandvlees lopen dat ze al voor de 37 weken smeken om te worden ingeleid. Dat is voor artsen dagelijkse kost, hun referentiekader. Ik voel me echter prima, geniet van elke minuut. Ieders verhaal is anders, en ik wil graag dat van mezelf schrijven zonder mee te moeten in andermans ervaringen.
