Verknipte tweelingvader?
Brad Pitt, Harry Styles, Bradley Cooper, Ryan Gosling... Het schijnen allemaal bloedmooie mannen te zijn, die (minimaal) één ding met elkaar gemeen hebben: Hun stoere kapsels en de variatie die ze daarin durven aanbrengen. Wie mij persoonlijk kent weet dat ik mijn eigen haar nou niet bepaald hoef te laten uitdunnen bovenop. Sterker nog: Ik ben genoodzaakt steeds meer zonnebrand te gebruiken voor mijn hoofd. De meeste kans op een met haar bedekt hoofd maak ik door het op mijn rug te laten groeien en naar voren te kammen over mijn hoofd. Ik wil dat niet als excuus voor het onderwerp van deze blog gebruiken, maar de wetenschap uit de vorige twee alinea’s mogen toch zeker als verzachtende omstandigheid gelden voor het incidentje vorige week. Of, zoals mijn vrouw Monique het begripvol omschreef als eerste reactie: ‘Aaaahhh, oh nee idioot... verschrikkelijk. Wat heb je gedaan?!’
Om met de laatste vraag te beginnen: Technisch gezien had ik niks gedaan. Het was een verder drukke meivakantie (vrouwlief gewoon hard aan het werk en ik thuis met kleuter Jippe en peutertweeling Jelte en Jurre. Pittiger dan een klas met 30 pubers weet ik uit ervaring). Monique had terecht al opgemerkt dat de haren van de tweeling flink lang waren en dat ze eigenlijk eens bijgeknipt moesten worden.
Noem het een gevalletje zelfoverschatting, vergelijk het met mannen die naar voetbal gaan kijken omdat ze het zelf niet kunnen of vrouwen die modeshows bezoeken omdat ze zichzelf niet zeker genoeg voelen om hun lijf te tonen. Feit is echter dat ik tijdens een bezoekje aan het winkelcentrum in die meivakantie besloot dat ik eigenlijk best met die drie mannen even bij een kapper zou kunnen binnenlopen om de tweeling te laten bijknippen.
De meeste kappers blijken echter tegenwoordig te werken op afspraak. Herstel: de meeste gediplomeerde Nederlandstalige kappers werken tegenwoordig op afspraak. En daar ging het verder mis. Na een flink blokje om langs vijf kappers vond ik uiteindelijk een zaak waar niemand in de stoel zat of in de wachtruimte. Voor ik het wist zaten Jelte en Jurre enigszins bedrukt kijkend in een kappersstoel. Jurre alleen op een verhoger en Jelte bij papa op schoot, terwijl Jippe zich amuseerde met het bladeren door de folders van andere kapsalons (die met frites, shoarma en overbakken kaas waar ik persoonlijk ook veel meer interesse in en verstand van heb dan waar ik nu was). De muziek stond hard, de kapper en zijn medewerker deden hun best, maar de communicatie verliep wat lastig. Ik wees naar broer Jippe en zijn kapsel, hij wees naar zijn tondeuse. Ik probeerde nog iets van stoer en bovenop langer en hij zette de tondeuse erop en zei iets wat mogelijk met terugwerkende kracht ‘3 millimeter’ geweest zou kunnen zijn maar ik niet helemaal verstond.
Twintig minuten, drie koekjes, 15 euro, twee pruillipjes en mijn hemd vol haren van Jelte later stonden we weer met de kinderwagen op de stoep voor de kapsalon. Twee mannetjes licht rillend van de kou aan hun hoofd (of lag het aan de stress voor de reactie van anderen) voor me. Jippe had zijn oordeel al gegeven (‘cool!’) en ik besloot ook mama te verrassen met mijn actie. Toen ik de foto klikte en eens goed bekeek op mijn telefoon ging er nog een voorzichtige aarzeling door mijn kalende hoofd. Twee komma acht seconden na de blauwe vinkjes wist ik zeker wat de mening van mijn vrouw was.

Enkele hoogtepunten/ haarscherpe conclusies die ik onthouden heb: Geen haar op mijn hoofd om in de toekomst nog naar een kapper te gaan zonder duidelijke opdracht / overleg vooraf. Mijn vrouw kan zich nu nog de haren uit het hoofd trekken dat ze iets over het kapsel van de tweeling heeft gezegd de week vooraf. Bij tegenargumenten van mijn kant blijkt het haar op haar tanden (en van een boel andere moeders op allerlei moederforums). Het scheelde maar een haartje of ze had direct haar werk verlaten om twee bivakmutsen voor deze lente te kopen. Kortom letterlijk en figuurlijk was het niet haar keuze.
Was het dan echt zo erg of gewoon een stoer kapsel dat bovenop wat minder geslaagd oogt? Oordeel zelf in de foto’s. Hebben we er dan ruzie over gehad? Nee hoor, gelukkig niet. Die bewaren we voor echt belangrijke tweelingzaken (‘Heb jij nu echt geen extra luier in die tas gedaan? Waar heb jij die andere tandenborstel gedaan? Nee jij had hem. Hoezo was jij zo lang naar de wc, ik was hier alleen met alledrie. Hoe komt die appelmoes tegen het plafond?’ enzovoort). We kunnen er inmiddels ha(a)rtelijk om lachen en hebben vastgesteld dat er belangrijker zaken zijn om je druk over te maken, gezondheid voorop.

En ik? Ik ga het morgen helemaal goed maken. Ik ga Monique verrassen door nieuwe schoenen te kopen voor Jelte. Een taak waarvoor ik me helemaal geknipt voel. Wordt vervolgd? Chronisch vermoeide, overbezorgde, super trotse tweelingvader Jeroen