Garda-tweeling, duo Bambino!

Natuurlijk, het was mijn eigen schuld…. In een euforisch gevoel ergens halverwege december zaten mijn vrouw en ik op een heerlijk kinderloze middag vol lekkere lunch, hapjes en drankjes in een lekker warm overdekt winkelcentrum vol kerstsfeer op ons gemak in het plaatselijke reisbureau om de zomervakantie te boeken. Wijt het aan die drankjes, het kinderloze middagje of het gezellig keuvelen met de medewerkster van het reisbureau zonder onderbroken te worden door ontsnappende bijna-dreumesen, tweeling die elkaar en peuter lachend even op hoofd slaan met de houten (!) speelgoedhamer (zomaar), onderbrekingen van een peuter (‘Ik moet poeeeeeeeepen!’, ‘Nu ben ik met praten’, ‘Weet je, weet je, weet je, ik ben met papa in de rode trein geweest’, ‘volgens mij is het al te laat’, kijkend naar een natte broek en de stoffen bank of stoel met vlek ter grootte van het Gardameer)….
Maar ik hoorde mezelf enthousiast dankjewel zeggen toen ik een vet maandsalaris mocht pinnen als aanbetaling voor een autovakantie hartje zomer naar datzelfde Gardameer op een camping in een stacaravan van 35 vierkante meter met Monique, Jippe, Jelte & Jurre. Maar ach, wat kan er nu helemaal misgaan tijdens de 1000 kilometer durende reis en het verblijf in een veel te kleine stacaravan (ik beken: Ik was tot een paar weken geleden een kampeermaagd) met een tweeling van anderhalf en een bijna-kleuter in een veel te warm klimaat zonder veel bergruimte met een tot de nok toe volgeladen auto vol luiers, wagens, fruit- en groentehapjes, rompers, doeken, enz. op een van de zwarte zaterdagen in juli?
Met die vraag in mijn achterhoofd kroop ik op de tweede zaterdag van juli goed voorbereid na een flink ontbijtje achter het stuur van onze gezinswagen. Als leerkracht basisonderwijs uiteraard extreem goed pedagogisch voorbereid met tien dvd’s, twee schermpjes volledig opgeladen, drie dozen soepstengels, babykoekjes, snoepjes, suikerdrankjes en omkoopcadeautjes (genoeg om in geval van nood elk half uur de bijna-kleuter iets te laten uitpakken om tot diep in Oostenrijk te komen op de eerste dag). Dit allemaal om de hopelijk braaf slapende tweeling en de bijna-kleuter midden in zijn zindelijkheidstraining met een luier om een zo prettig mogelijke reis te geven. (Tweelingvaders: Dit laatste is overigens glashard gelogen en was puur eigen belang op weg naar het eerste getapte ijskoude Oostenrijkse pilsje).
Het antwoord liet niet lang op zich wachten, toen na vier bochten (helaas wonen we niet aan een kilometers lange rechte weg) de dvd-speler uitviel door een onverklaarbaar en niet te repareren defect en de eerste file-waarschuwing tien minuten later in ons navigatieschermpje verscheen als vooraankondiging van een complete middag stapvoets rijden door Duitsland. Een middag waarin het zicht door de achterruit langzaam steeds verder afnam door de steeds hoger zittende bijna-kleuter (gevalletje volle luier) die na een half uurtje vroeg of we ‘bijna bij de hoge bergen’ waren, twee dreumesen aantoonden best zonder ochtendslaapje / middagslaapje te kunnen (maar niet zonder ochtend- of middaghumeur na een gemist slaapje). Gelukkig was er nog de zorgvuldig samengestelde playlist van 108 nummers, waarvan we zeker drie nummers konden luisteren, boven het om meer cadeaus zeurende bijna-kleuter en gehuil van de tweeling.

Maar na een kleine 625 kilometers ‘zwarte zaterdagen’ (Ik dacht voorheen dat dit werkwoord sloeg op de files, maar weet nu dat het ook slaat op de zwarte kringen van ouders achter het stuur of de kleur van het humeur van beide ouders) was het dan toch echt tijd voor dat Oostenrijkse tussenstop in een prachtig hotelletje en midden in de nacht voor de laatste zes uurtjes naar de omgeving van het prachtige Gardameer. Een landschap met een schilderachtig karakter door het diepblauwe water, de oleanders, de citroenbomen en de cipressen.
Deze informatie komt overigens van Wikipedia, gezien het feit dat wij in de acht dagen niet meer hebben gezien dan onze stacaravan met de gelukkig zeer ruime en afsluitbare veranda, de zwembaden en de rij bij het barretje / restaurant van onze camping. Oh ja, en één avondje naar het romantische Verona: Het zwoele, pittoreske stadje met Romeins theater waar verliefde stelletjes van alle nationaliteiten elke avond een opera kunnen bezoeken en staan te zwijmelen op het balkon van Romeo en Julia of op één van de vele terrasjes met zicht op de Romeinse Arena genieten van de ondergaande zon. Behalve de avond dat ons gezin op zo’n terras zat en de tweeling al stokbrood gooiend, messen van tafel trekkend, duiven lokkend met alle etensresten, jengelend en alles waar onze kids het volste recht toe hadden rond hun bedtijd (onze aankomsttijd na file rijden naar en door Verona) en onze te late etenstijd… Al met al was ook dit een leerzame avond. Meteen leverde onze aanwezigheid allerlei enthousiaste reacties op van allerlei nationaliteiten zoals: ‘Gemelli! Bello, ma può quelle persone di distanz’a’ (Een tweeling, leuk! Maar gingen die mensen toch maar weg in het Italiaans); ‘Hoop alligevel på med disse børn’ (Hoepel toch op met die tweeling in het Deens); ‘Ó nem, végül kapott valahol szép hogy Hamilton ezekkel a sikoltozó gyerekekkel’ (Hongaars voor Oh nee, zitten we eindelijk ergens mooi komen die Hollanders met van die schreeuwende kinderen). Het balkon van Romeo en Julia hebben we niet meer gered die avond…
Wat dat betreft was de camping een groter succes, met ons eigen grote afsluitbare ‘balkon’, waar mijn eigen Julia kinderen nog lekker liet spetteren in een badje, terwijl ik haar als licht verbrande Romeo onderaan ons balkon stond te roepen dat de worstjes klaar waren (de barbecue stond onderaan de veranda). Een andere succesfactor was het prachtige weer. Tweelingouders die dit jaar gewoon in Nederland zijn gebleven en geen 1000 kilometer hebben gereden kunnen het zich natuurlijk niet voorstellen, maar het is daar elke dag dik dertig graden Celsius… Oh wacht…
Hebben we dan niet genoten aan de Italiaanse zwembadrand, vanwaar de tweeling regelmatig wegkroop en onze oudste voortdurend vroeg om de aandacht waar ook hij zeker rec