Een kleuter en tweeling: veldslagen en slagveld
Vergeet de slag bij Waterloo, de slag om Stalingrad, de veldslagen om de zeven Koninkrijken in Game of Thrones, films als Platoon, Gladiator, Spartacus en de complete verzameling veldslagen uit de tachtigjarige oorlog. Het is niets vergeleken bij de bijna-kleuter versus tweeling in de tachtig minuten durende veldslag tussen slaapjes, hapjes en luiers.

In een aantal niets en niemand ontziende zeer gewelddadige aanvalsmanoeuvres worden buiten het zicht of net buiten handbereik van de neutrale bemiddelaar (tweelingpapa) levensgevaarlijke wapens als Toet-Toet wagens, de houten treinbaan, speelgoedmotoren, Duplo of andere toevallig aanwezig wapenarsenaal als zaklampen, afstandsbedieningen, schoenen enz. ingezet.
Een tijdje geleden vond ik dit allemaal onschuldig leuk en / of educatief verantwoord speelgoed. Toen wist ik nog niet dat Toet-Toetvriendjes als Victor Cementwagen een cementmolen heeft die precies in een rechteroog past, Raf Racewagen een harde spoiler heeft, Bennie Bus zijn liedje vrolijk blijft herhalen als je hem hard op iemands rug timmert en Ans Ambulance meer gewonden ziet dan de gemiddelde hulpverlener op oudjaarsnacht. En dan heb ik het pas gehad over de plastic auto’s….
Op de website van de fabrikant van de treinbaan stond namelijk wel iets over het beroep dat wordt gedaan op technisch en ruimtelijk inzicht, oneindige mogelijkheden tot uitbreiding en creativiteit en samenwerking. Helaas beperkt de samenwerking zich in onze woonkamer (en keuken en alle andere looppaden… Leve de oneindige mogelijkheden tot uitbreiding in combinatie met opa’s, oma’s, sint, kerst, enz.) tot het vakkundig afbreken van alle bruggen, wissels en nauwkeurig aangelegde bochten door de ene helft van de tweeling, terwijl de andere helft met een stuk net afgepakte rails onze bijna-kleuter op zijn hoofd slaat. Dit allemaal terwijl ik subtiel op mijn horloge kijk hoe lang het duurt tot ik met goed fatsoen het signaal wapenstilstand (middagdutje) mag geven. In die 2,3 seconden mis ik dan geregeld de bijna-kleuter die in zijn huilbui uit gif nog wel eens in zijn broek plast. Met een tweeling staat de wasmachine toch al meer dan dagelijks aan.
Inmiddels zien onze kinderen eruit als echte veteranen, met benen waarin je in de zon amper ziet of ze gekleurd raken door alle blauwe, paarse en gele plekken. Iets wat nog versterkt wordt door het buiten rondkruipen over de harde tegels (en over elkaar). Nummer 2 van de tweeling vertoont kenmerken van een lieveheersbeestje met de stippen die hij op zijn rug draagt en nummer 1 heeft iets wat lijkt op een getatoeëerde armband met 8 rode kralen in zijn onderarm staan (niet toevallig precies het aantal tanden van nummer 2).
Zijn onze tweelingmannen Jelte en Jurre en bijna-kleuter Jippe dan onhandelbare, agressieve frontsoldaten die erop uit zijn alles wat en wie los en vast zit in hun directe omgeving blijvende schade toe te brengen? Welnee… Voor een deel zijn alle veldslagen te verklaren uit het feit dat delen en samen spelen nog gewoon niet lukken vanuit hun ontwikkeling ‘Samen spelen, samen delen, maar pakken jullie dat maar, dit is van mij…. Waaaaaaaaaaaaa, Jurre pakt dat af!’ aldus de drie-jarige filosoof Jippe M. (3).

Voor een ander groot deel is het de (naar ik vrees erfelijke) lompigheid die zorgt dat handen en / of voeten net terecht komen op dat ene uitstekende Duplo-blokje of stuur van die motor (waarmee het blokje tegen de neus van een broertje schiet of het stuur van de motor hard op het achterhoofd van een broer terecht komt die zich op de grond laat vallen en daarmee op het been van een ander broertje terecht komt).
De laatste verklaring is de oorlogsstrategie die ik de bijenstrategie noem. Mijn drie zoons hanteren onbewust alle drie deze strategie: Zodra je in de buurt komt van hun korf wil komen, de speelhoek (lees in ons geval: de complete woonkamer) of erger nog hun honing (speelgoed) af wil nemen, is dat een teken voor de hele zwerm om achter je aan te komen in grote getalen. Zodra je ze voorzichtig van je af probeert te halen of probeert te vluchten drijven ze je in kleine hoekjes waarin je weet dat de kans op aanvallen bewust / onbewust groot is. Alleen een voorzichtige benadering van een imker (expert) voorkomt erger (en die hebben we nog niet gevonden).
Zodra de wapenstilstand in de vorm van een middagslaapje inzet (opmerking aan mezelf: Zou je zo’n dagelijks tukje kunnen volhouden tot ze het huis uit zijn?) keert de rust terug en is de veldslag veranderd in het slagveld dat wij onze woonkamer noemen. Meestal bestaat dat slagveld uit stukken rantsoen, in de vorm van half opgegeten en op verschillende plekken gestrooide en verstopte stukjes brood / broodjes, vernietigde treinbanen, op de meest gekke plekken verstopte duplo-blokjes, aangevuld met al (!) het andere speelgoed of andere attributen die tot en met heuphoogte te pakken en weg te gooien zijn. Jaloers loop ik nog wel eens een opgeruimd huis binnen of huizen waarbij de kasten niet spontaan open springen van alle spullen die erin gepropt zijn om anderen enigszins het idee te geven dat alles onder controle is. Maar in die huizen woont nooit een tweeling.
Als ik mede-tweelingvaders een aantal tips uit de frontlinie mag geven uit de afgelopen maanden dan zijn dat:
Ben bedacht op verrassingsaanvallen… Zo kwam ik op mijn werk aan met een stekende pijn onder mijn voet om daar te ontdekken dat er een lepel in mijn schoen zat en veranderde een foto-shoot in hun blootje in een dubbele bruine ruikende tekening op de woonkamervloer.
Vergeet die sportschool om in topvorm te raken voor de veldslagen: Zodra je tweeling begint te kruipen werk je volop aan je conditie door achter ze aan te zitten.
Besef dat er altijd een opperbevelhebber is als (tweeling)vader en dat je het kledingsysteem dat zij bedacht heeft voor de tweeling toch niet snapt (stapels met truitjes, broeken per maat, stapels met bijpassende setjes, vestjes, truitjes, kleurcombinaties, afwijkend uitvallende broekjes, stapels met broeken voor bewolkt weer met kans op zon, truitjes voor dinsdagavonden mits de korte broek nog past bij die leuke sokjes, enz.)
Maak gebruik van versterking. Ja mannen, houd die schoonmoeder maar te vriend. Je zult haar nodig hebben, zelfs als dat betekent dat je de witte vlag moet hijsen.
Accepteer dat de wasmachine harder en vaker draait als de kamer na een avond flink stappen (je weet wel: Wat je vroeger met je krijgsmakkers deed voor die tweeling).
En voor al die (aanstaande of bestaande) tweelingvaders (en moeders) die zich dreigen over te geven of gewoon dreigen over te geven kan ik zeggen: Er is geen weg terug zodra je midden in de veldslag of het slagveld zit, hoewel ook aan elke veldslag een eind komt. Maar geloof me: Jullie redden het en zullen net als mij vooral ook volop genieten van al die gulle lachjes, het ontdekken van de wereld door die boefjes, hun dikke en gemeende knuffels en het enthousiasme als ze papa weer zien of lekker met je stoeien. Als er iemand ziek is of er net als ons grotere zorgen voor de gezondheid op langere termijn zijn zul je het tot in je tenen voelen en merken wat onvoorwaardelijke liefde voor je kinderen is. En als het dan allemaal even niet lukt? Soms is het niet erg een slag te verliezen als je daardoor de oorlog kunt winnen!
Wordt vervolgd?
Jeroen Meens
Trotse, chronisch vermoeide, bezorgde tweelingvader