Een praktijkhandleiding voor aanstaande tweelingvaders
Dit is een handleiding voor de eerste zeven maanden.
'Wordt snel vervolgd', zo eindigde ik mijn eerste blog medio januari van dit jaar. Wat kan een tweeling-papa-to-be naïef zijn. Nu pas kruip ik weer achter mijn toetsenbord. Het is precies zeven maanden later, oftewel een slordige 29 weken na de geboorte van onze tweeling Jelte en Jurre op 31 januari = 2.223 luiers, ruim 2.300 flesjes melk, 203 volle wasmachines, 9 extra long life D batterijen voor de muziekmobiel, 1 grotere auto, 174 badjes, 19 fysio-behandelingen vanwege het 10.150 keer optillen van een baby uit een te laag bedje / box, 8 flesjes babyolie, 10 inentingen, 1 stoffen bank met 5 hardnekkige melkvlekken, 34.238 keer de opmerking ‘oh kijk, een tweeling’, 609 extra afleveringen van hetzelfde Bumba-seizoen en 319 afleveringen van Paw Patrol (om te zorgen dat onze peuter tijdens het verschonen, voeden, badderen niet krijsend aan een van onze benen hangt), 1 avondje zonder kinderen op stap, 14 donkerzwarte kringen onder onze ogen en zo’n 4.068 slaapliedjes in de hoop lekker 4 uurtjes uit te kunnen slapen later die nacht. Maar ach, wie telt er…

Voor andere aanstaande tweelingvaders die na de eerste alinea’s al heftig ademend in een plastic zakje ‘zie je nu wel’ tegen hun partner kreunen: Geen zorgen. Volgens de meeste tweelingouders wordt het vanzelf gemakkelijker na de eerste maanden / het eerste jaar / jaren / decennia. Denk ik, want tweelingvaders in het wild kom je eigenlijk maar zelden tegen. Als ze even ‘kinderloos’ zijn maken ze allerlei spannende plannen om ouderwetse stapavondjes met de mannen te houden, voetbalfinales te kijken, bierproeverijen te houden of te gaan sporten. Ik verdenk ze er echter van dat ze net als mijzelf met een opgedroogd kwijlspoor en een nat kruis van het omgevallen glaasje bier wakker schrikken op de bank van het gepiep van de 204e wasmachine met het idee om toch maar eens het vervolg op die blog te tikken (na het weer eens schoonmaken van de onder gekwijlde naar een mix van bier en opgedroogde melk ruikende bank).
Nee, aanstaande lieve tweelingvaders, vrees niet… Natuurlijk krijg je er van alles voor terug. Een wandeltocht met die logge, zwaar sturende tweelingwagen met je peuter aan de andere hand doet je jezelf al snel een kruising tussen Arie Boomsma, Jan Kooijman en George Clooney wanen… Van afstand hoor je de ‘ohhhs’ en ‘ahhhs’ al van allerlei soorten en maten dames je kant op komen en de gemiddelde dame vanaf een jaar of 25 (let op: er is geen maximum-leeftijd heren) kan het ook niet laten om je kant op te komen, een verliefde blik in de wagen te gooien en een gesprekje met je aan te knopen. Een gesprekje waarbij je zelf probeert om je standaard onder-gespuugde linkerschouder een beetje uit het zicht te houden en zo subtiel mogelijk een blik te werpen op het decolleté van de bukkende dame (zie vorige waarschuwing). Het is in deze situaties vooral zaak om de standaardvragen zonder enig cynisme te beantwoorden. Uit een ervaring van een maandje of zeven kan ik inmiddels zeggen dat antwoorden als ‘Ja, het is even vijf minuten werk, maar dan heb je ook wat’ (waarbij de reactie van de soms aanwezige vluchtig meekijkende man meestal luidt: ‘Oh en die andere drie minuten dan?’), ‘We overwegen inderdaad een tatoeage met hun eerste letter om ze uit elkaar te kunnen houden’, ‘Het is altijd handig om een reserve te hebben met mijn onhandigheid’ de gesprekjes ernstig kunnen verkorten.
Daarnaast passen er in de gemiddelde tweelingwagen onderin gemakkelijk 24 flesjes bier (48 indien je de baby’s thuislaat, maar dit is meestal geen optie), snapt je schoonmoeder zonder enig gemor dat dat verjaardag bezoekje echt niet lukt door al die voedingsschema’s, kun je best met beide voeten de maxi-cosi’s schommelen terwijl jij je handen vrij hebt om FIFA verder te spelen op je Playstation en hoef je echt niet meer alle baby-magazines tussen het oud papier te verbergen, omdat zelfs je vrouw wel snapt dat drie kinderen echt genoeg is (‘al moet ik het zelf met twee bakstenen doen’). Ik zou deze lijst graag verder uitbreiden, maar mijn vrouw kan helaas lezen. Tot slot mag je je in het geval van een jongensgezin als het onze alvast verheugen op het verhuizen van je Suske en Wiskes, Lego-voorraad en voetballen van de zolder naar beneden en wachten je nog jaren lang Champions League avonden, actiefilms, barbecues, vuurtje stoken en plaatsvervangende trots bij hun veroveringen…. Mits je niet na alle vermoeienissen kwijlend op de bank ligt of net als mijzelf na het tikken van een blog beseft dat die 204e wasmachine inhoudt dat er ook een 204e berg strijkwerk op je ligt te wachten, voor de middagslaapjes erop zitten en de 2.224e en 2.225e luier, het 2.301e en 2.302e flesje, enz. enz. enz.

Had ik al gezegd dat ik twee heerlijke, gezonde lachebekjes heb en stiekem gewoon trots ben op hoe zij en wij het ondanks deze pittige tijd doen? Ondanks, nee bovenal is het heel bijzonder en mooi om een tweelingvader te zijn, mannen. Ik smelt regelmatig als ik boven de box sta, stralende lachjes zie als ik hun kamer oploop, ze opeens handje in handje liggen, ik allerlei nieuwe geluidjes van ze hoor, ze hoor kraaien van het lachen als de oudste met ze op het speelkleed ligt of ik trots ergens met de wagen wandel of mijn telefoon (afgeladen met baby-en kinderfoto’s) aan anderen laat zien. Dat gevoel gun ik jullie ook en is alles dubbel (!) en dwars waard!
Wordt vervolgd?
Jeroen Meens
